Natuurkurk keert terug

{pictureref(, align:”left”)}


Onder druk van Britse supermarktketens zoals Safeway en Marks and Spencer schakelden nogal wat wijnhuizen uit de Nieuwe Wereld in de afgelopen jaren voor hun goedkopere wijnen over op synthetische kurken. Natuurkurk lijkt nu opnieuw aan een opmars bezig, ondanks de gevaren voor TCA (2,4,6-Trichlooranisol)- of kurkbesmetting. Synthetische kurken veroorzaken immers meer problemen dan ze oplossen. Vooral oxidatie is een probleem. Wijnen die afgesloten worden met een synthetische stop zijn na een maand of achttien allemaal geoxideerd. Nu de wijnmarkt minder omzet draait, blijven flessen langer op het schap liggen, waardoor de oxidatie ook een probleem wordt voor de handelaren, die reeds geoxideerde wijnen nog moeilijk kunnen verkopen. De fabrikanten van synthetische kurken werken aan oplossingen voor het oxidatieprobleem. Het Amerikaanse bedrijf Scott Laboratories, producent van SupremeCorq, voegde een “zuurstofeter” toe aan zijn synthetische afsluitingen. Dit zou de levensduur van de wijnen verdubbelen tot bijna 36 maanden in de fles. Sabaté, de Franse producent van Altec, produceert hybride afsluitingen die gemaakt zijn van kurkpolymeren. Die sluiten beter af, maar lossen het TCA-probleem dan weer niet op. Verschillende wijnproducenten daagden Sabaté voor de rechter omdat de Altec-kurken nog altijd kurkbesmetting veroorzaakten. Eén van de betrokken wijnhuizen, Davis Bynum uit de Californische Russian River Valley appellatie, schakelde opnieuw over op natuurkurk, maar gebruikt nu grotere kurken van betere kwaliteit. Een deel van de flessen vertoont echter onvermijdelijk TCA-besmetting. De beste oplossing zou zijn wijnen net zoals bier af te sluiten met kroonkurken. Maar die stap heeft tot nu toe geen enkel wijnhuis durven te zetten. (Bron: North Bay Business Journal)