Bijna de helft van de Belgen drinkt nooit wijn

De Belg dronk in 2005 gemiddeld 23 liter wijn. Dat is een lichte daling tegenover 2003 en 2004. Vrouwen en inwoners van het Vlaamse Gewest drinken minder wijn dan mannen en inwoners van het Brusselse en Waalse Gewest. De gemiddelde gebruikelijke consumptie van wijn stijgt met toenemend opleidingsniveau: de gebruikelijke inname is lager bij personen met een opleiding lager secundair of minder (gemiddeld 5 cl per dag) dan bij personen met een opleiding hoger onderwijs (gemiddeld 8,7 cl per dag). 45% van de bevolking drinkt nooit wijn. In vergelijking met 1980 is de gemiddelde jaarlijkse consumptie van wijn gestegen van 20,6 tot 23,0 liter per persoon.

In vergelijking met 2004 nam de consumptie van water, frisdrank, vruchten- en groentensap, koffie, thee en sterkedrank toe en die van bier en wijn af. De Belg dronk in 2005 gemiddeld zo’n 136,1 liter water, 124,9 liter koffie, 120,2 liter frisdrank, 92,5 liter bier, 51,9 liter melk, 30,9 liter vruchtensap en groentesap, 11,9 liter thee, 3,5 liter sterkedrank en 3,2 liter chocolademelk. Op lange termijn steeg vooral het verbruik van water en frisdrank sterk. In 1980 dronk de gemiddelde Belg 42 liter water, een kwarteeuw later 136 liter. Voor frisdrank is er ruim een verdubbeling: van 49 liter per hoofd in 1980 naar 120 liter in 2005. Een en ander blijkt uit cijfers van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de FOD Economie. Het volledige artikel kunt u nalezen door op de titel van dit bericht te klikken.