Andrea Sottimano

Gelegen op de grens van de dorpen Neive en Barbaresco was dit een vrij middelmatig domein tot dat zoon Andrea na oenologie-studies het roer overnam – met denderend succes. Een erg gedreven en enthousiast man, die een groep wijnliefhebbers als vrienden ontvangt.

Een eerste bewijs van het vakmanschap van Andrea is dat hij ook in staat is om in zwakkere jaren zoals 2002 mooie wijnen te maken, wat hij ons direct bewees met een vatstaal van de 2002 Barbaresco Pajoré, verrassend mooi en elegant (zie proefnota). Hij vertelde ook dat 2002 in zijn sector (Barbaresco en omstreken) niet zo dramatisch was als in Barolo (minder hagelschade in de lente). Inderdaad, het is maar enkele tientallen kilometers tussen de twee regio’s, niet meer, maar ze kunnen wel een duidelijk verschil maken in klimatologische omstandigheden.

De wijngaarden hebben een mooie ouderdom: 35-50 jaar voor de Dolcetto en de Barbera, en minstens 50 jaar voor de Barbaresco’s.
De wijnen (en dan natuurlijk vooral de Barbaresco’s) tonen duidelijk dat hij een erg groot belang hecht aan het eigen karakter van de verschillende wijngaarden. Hij is erg zorgzaam om juist dat onderscheid in terroir naar voor te laten komen. En het is hier een beetje zoals in Bourgogne: zelfs maar 500 meter afstand kan al zorgen voor een duidelijk karakterverschil in de wijnen. Bij Sottimano geen gemengde eenheidsworst, maar juist een gamma van top-Barbaresco’s die een mooie expressie zijn van de verschillende facetten van Piemontese wijnen.

Zo is de Barbaresco Fausoni, die uit Neive komt, eerder een minerale elegantie en een balsamico-toets in de neus. Currá komt uit het dorp Barbaresco, 2 kilometer verderop, waar het fruit dominanter is. Cottá ligt nog eens 500 meter verder – niet meer – en heeft nog duidelijker fruit en als maar minder dat balsamische. Pajoré tenslotte ligt in de hoogte vlak bij Treiso, en is typisch erg geconcentreerd met nogal een donkere kleur voor een Nebbiolo-wijn, een kruidige neus met tabak toetsen en een vrij strenge mond in zijn jeugd.

Sottimano is een absoluut topadres is voor complexe en toch hedonistische Barbaresco’s.

Andrea Sottimano Barbaresco Pajoré 2002 (vatstaal)
Mooie kruidigheid, beetje animaal met mooi fruit, erg elegant (wat de positieve benadering van dit moeilijke jaar is). Mond is een beetje hard, maar toch fijn en met een goede concentratie in een elegante stijl. Erg knap product in zo’n moeilijk jaar. 90/100

Andrea Sottimano Dolcetto Bric del Salto 2003
Typisch jong Dolcetto fruit, erg rijk. In de mond flinke tannines voor een Dolcetto maar toch soepel genoeg (een Dolcetto moet een vorm van speelsheid bewaren, daar koop je dat eigenlijk toch voor?) en ronduit lekker. 86/100

Andrea Sottimano Barbera Pairolero 2002
Compleet ondoorzichtig. Heerlijke neus van donkerrood fruit, sigarenkistjes en fijn hout. In de mond weerom erg smakelijk, goede concentratie, enorm zacht zonder enige tannine-hardheid. Niet voorstelbaar eigenlijk dat dit 2002 is! Maar de reden tot dat succes is de erg strenge selectie: normaal zijn er 6000 flessen van deze Barbera, in 2002 slecht 2500! 91/100

Andrea Sottimano Barbaresco Fausoni 2001
Andrea Sottimano: “Barbaresco’s uit Neive hebben typisch een elegantie, een balsamico-toets en mooie mineraliteit, en dat is ook in deze Fausoni te merken.”
Deze wijn heeft 30% nieuwe eik gekregen, wat resulteert in een heerlijke neus met fijn en niet overdonderend hout, erg elegant en rond. De tannines zijn duidelijk merkbaar in de mond, maar zijn absoluut niet al te erg voor zo’n jonge wijn, met een redelijke complexiteit, goede lengte en alles mooi in balans en geïntegreerd. 91/100

Andrea Sottimano Barbaresco Currá 2001
Andrea Sottimano: “Dit komt van 2 kilometer verder in het dorp Barbaresco. Daar is het fruit meer dominant dan in Neive.”
De neus is meer gesloten dan bij de Fausoni, maar er is duidelijk meer concentratie, wat de wijn iets moeilijker maakt nu. In de mond stevige concentratie, maar met nu iets te harde tannines. Dus hier is iets meer geduld vereist, maar het potentieel is mogelijk wel groter. 92/100

Andrea Sottimano Barbaresco Cottá 2001
Andrea Sottimano: “Dit is dan weer 500 meter verderop dan de Currá, niet meer! Het fruit is nog duidelijker en nog minder balsamico-toets.”
Erg rijke, fruitige neus, zoet, gesmolten, magnifiek. De mond is erg fijn maar toch krachtig, heerlijk rond, en reeds erg lekker – makkelijker dan de Currá. Mooi! 92/100

Andrea Sottimano Barbaresco Pajoré 2001
Andrea Sottimano: “Deze wijngaard ligt meer in de hoogte, vlak bij het dorp Treiso. Is typisch erg geconcentreerd, met een nogal donkere kleur voor een Nebbiolo, een kruidige neus, met tabak toetsen, en een vrij strenge mond in zijn jeugd.”
Neus is enorm intens, heerlijk kruidig, sigaarkistje (dat fijne ceder), mooi rond fruit. Na een tijdje in het glas sluit de wijn zich wel wat meer, wat aantoont dat de eerste jeugd van de wijn aan het overgaan is naar een meer gesloten tweede fase, en dan zal je moeten wachten tot dat voorbij is. De mond is loepzuiver, afgelijnd, krachtig en toch elegant, complex. Magnifiek! 94/100

Vervolgens kregen we dezelfde wijn, maar dit staal stond 2 dagen open. Neus komt duidelijk meer open, met erg opvallend ceder en ook fijn hout, eerder gestoofd rood fruit. Mond is zoet rond en lekker, maar lijkt precies een beetje korter dan het verse staal. Erg mooi, maar het verse staal was duidelijk beter. 93/100

Andrea Sottimano Barbaresco Currá 1996
Zalige neus! Chocolade, viandé, balsamico, gestoofd rood fruit, munt… Mond met tannines die al redelijk versmolten overkomen, maar dit is nog wel steeds een maaltijdwijn, nog steeds een beetje te streng om op zich te drinken. Dat is ook wel een weerspiegeling van het vrij strikte jaar 1996. Maar de smaak is wel heerlijk zuiver, krachtig en enorm complex. 95/100