Chili is een rijzende ster aan het internationale wijnfirmament. Het is gelegen aan de westkust van Zuid-Amerika, tussen het Andesgebergte in het oosten en de Stille Oceaan in het westen. Het klimaat is uitermate gunstig om aan wijnbouw te doen: warm, droog, veel zon, koele nachten en de nodige wind. Door de aanhoudende droogte tijdens de zomermaanden is soms wel wat irrigatie nodig om de druivenstokken van voldoende water te voorzien. Hiervoor gebruiken ze het smeltwater uit het Andesgebergte. Vanwege de droge zomers hebben wijnen uit Chili zelden te kampen met meeldauw of andere ziekten. Een van die ziekten is de druifluis of ‘Phylloxera Vastatrix’. De druifluis vernietigde rond 1863 het grootste deel van de Europese wijngaarden. In Amerika, en dus ook in Chili, zijn de wijnstokken immuun tegen deze bladluis. De meeste Europese wijnstokken staan daarom tegenwoordig geënt op Amerikaanse wortelstokken, omdat die bestand zijn tegen deze ziekte. Praktisch alle Chileense druivenstokken staan op hun eigen wortels en zijn dus niet geënt.
Net zoals in de Bordeaux in Frankrijk, is de Cabernet Sauvignon alomtegenwoordig in Chili. Ze is er met 47% van de totale aanplant de meest geteelde druif. Maar dé (rode) druivensoort in opmars is de Carmenère, de nationale trots van Chili. Carmenère stond ooit op grote schaal aangeplant in Bordeaux en werd van daaruit rond 1880 naar Chili gebracht. In Bordeaux verdween ze door de druifluis en werd daarna niet meer heraangeplant, omdat ze een vrij lage opbrengst heeft en erg gevoelig is voor ziekten. Carmenère wordt, net zoals Merlot, vaak gemengd met de Cabernet Sauvignon. Tot voor kort werd de Merlot in Chili vaak verward met de Carmenère, omdat beide druivensoorten veel gelijkenissen hebben.
Eind jaren 80, oktober 1989 om precies te zijn, betekende een ware ommekeer voor Chili. Na het militaire regime onder leiding van Pinochet, begon de overgang naar de democratie. De grenzen gingen open en de buitenlandse investeerders stroomden toe. Veel buitenlandse wijngiganten zoals Baron de Rothschild uit de Bordeaux of de Catalaan Miguel Torrès investeerden sindsdien massaal in de Chileense wijnbouw.
Deze rode wijn, ‘Otoño Pablo Neruda’, gemaakt van Cabernet Sauvignon en Carmenère, komt uit de Curico regio in Centraal-Chili. Dit is op zon 200 km ten zuiden van de hoofdstad Santiago de Chili. Hij wordt geproduceerd door de Sagrada Familia. Dit is een coöperatie die zestien kleine, plaatselijke wijnboeren de kans gaf om samen aan wijnbouw te doen. Ze bewerken elk afzonderlijk hun eigen wijngaarden, maar ze werken wel nauw samen voor de gezamenlijke verkoop en promotie van hun wijnen. Vooral om goedkoper kunnen in te kopen, besloten deze druiventelers enkele jaren geleden om de handen in mekaar te slaan. De steun van de Oxfam Wereldwinkels gaf ze een flinke duw in de rug zodat ze eindelijk loon naar werken kregen.
Deze Chileense wijn is een moderne wijn die twee druivenrassen, Carmenère en Cabernet Sauvignon, evenwichtig combineert. De tannines van de Cabernet Sauvignon zijn zeker niet te uitgesproken en worden perfect in toom gehouden door de fruitige toets die de Carmenère levert. De lange, zachte afdronk doet je alvast verlangen naar een tweede glas. Deze ‘Otoño Pablo Neruda’ past goed bij fijne wildgerechten of zelfs bij een steak, maar samen met parelhoen zou het een echte aanrader zijn. Het lijkt me zeker eens de moeite om dit uit te proberen!
Te koop in de Oxfam Wereldwinkels aan 6,15 Euro