De drinkende Belg

Volgens het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) is wijn (inclusief champagne en schuimwijnen) aan een stille, maar onmiskenbare opmars bezig in België. Het verbruikt steeg in 2001 opnieuw, van 21 naar 21,5 liter per persoon per jaar. In 1980 lag het gemiddelde verbruik per hoofd op 20,6 liter. De stijging is vooral te danken aan een hogere omzet van restaurants en drankgelegenheden. Het thuisverbruik daalde in Vlaanderen en Wallonië, maar niet in Brussel.
De Belg dronk in 2001 verder gemiddeld 135 liter koffie, 127,1 liter water, 112,3 liter frisdrank, 97,1 liter bier, 61,3 liter melk, 30,6 liter vruchtensap en groentesap, 11,2 liter thee, 3,4 liter sterkedrank en 2,9 liter chocolademelk. In vergelijking met 2000 nam de consumptie van water, koffie, thee, wijn en vruchtensap toe en die van bier, frisdrank, melk en chocolademelk af. Op langere termijn is vooral het verbruik van vruchtensap sterk gestegen; er is sprake van een verdriedubbeling (plus 206 procent) op tien jaar tijd. Ook chocolademelk (stijging van meer dan 40 procent), water (plus 33,2 procent), frisdrank (plus 26,5 procent) en wijn (plus 16,8 procent) wordt in grotere hoeveelheden gedronken dan tien jaar geleden. De consumptie van bier daalde met ongeveer een vijfde. Ook thee (min 13,8 procent) en koffie (min 9,7 procent) kennen een terugval.
Klik op de titel van dit bericht voor een gedetailleerd overzicht van de drinkgewoonten van de gemiddelde Belg.