Vroegste sporen van wijnmaken gevonden in China

Negenduizend jaar geleden maakten de neolithische bewoners van het Noord-Chinese dorpje Jihau in de provincie Henan al wijn op basis van rijst, honing en fruit. Dat blijkt uit sporen op aardewerk daterend van 7.000 v.o.t. die werden bestudeerd door moleculair bioloog Dr. Patrick McGovern van de Universiteit van Pennsylvania. Voorheen werden op de neolitische site van Hajji Firuz Tepe in Iran sporen van wijnmaken gevonden die dateren uit 5.400 v.o.t. De archeologische site van Jiahu in de vallei van de Gele Rivier staat bekend om zijn rijke culturele en artistieke overblijfselen. Eerder werden er oude huizen, ovens, stenen werktuigen en kunstwerken uit turkooisgesteente opgedolven. Het is ook de plaats waar het oudst bekende muziekinstrument ter wereld werd gevonden, een fluit gemaakt van been. De nu gevonden oude wijn was op smaak gebracht met kruiden, bloemen en bomenhars en in hermetisch gesloten potten bijgezet in de graven van hooggeplaatsten.